Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Met een lijfrente zorgen voor extra inkomen voor de oude dag

Geplaatst op: 15-03-2022, 10:14:29

Al tijden wordt er volop gediscussieerd over het robuuster maken van het Nederlandse pensioenstelsel. Maar als ondernemer neemt u misschien liever zelf wat meer de touwtjes in handen als het op uw oude dag aankomt. Eén van de opties daarvoor is extra inkomen halen uit een lijfrente. Een optie bovendien die fiscaal aardig goed ondersteund wordt.

Volgens taalkenners zit in lijfrente nog de oude betekenis van het woord ‘lijf’, namelijk ‘leven’. Want zo kunt u de lijfrente zien: een financieel product dat een aanvullende uitkering kan geven zolang u leeft. Onder voorwaarden, uiteraard. Om te beginnen zijn er wat de fiscus betreft een aantal algemene voorwaarden, wil er überhaupt sprake zijn van een lijfrente:

  • De lijfrente is afgesloten bij een ‘toegelaten’ financiële instelling, zoals een bank of verzekeraar.
  • De lijfrente geeft recht op een periodieke uitkering als u op een vooraf bepaalde datum in leven bent of bent overleden. Het moet gaan om een vaste uitkering van hetzelfde bedrag.
  • De lijfrente gaat op tijd in (dit hangt van het soort lijfrente af).

Soorten lijfrentes

Of uw financiële regeling voor de Belastingdienst een lijfrente is, is van belang vanwege de fiscale voordelen. Die komen verderop in dit artikel aan bod. Maar eerst de soorten lijfrentes. U kunt de lijfrente afsluiten bij een verzekeraar, bank of beleggingsinstelling. De lijfrente heeft de vorm van een verzekering of een bankspaarproduct. In het algemeen werkt het zo dat u in de loop der jaren een bedrag opbouwt, en op een bepaald moment koopt u voor dat bedrag een lijfrente-uitkering aan. Daarbij is het dus afhankelijk van bijvoorbeeld de rentestand hoeveel u uiteindelijk aan uitkering kunt krijgen voor uw opgebouwde bedrag. Het is dus niet zo dat het opgebouwde potje simpelweg over een aantal jaar wordt uitgesmeerd. U kunt afhankelijk van het product ook besluiten om géén lijfrente-uitkering aan te kopen. Dan laat u het bedrag dus in één keer uitkeren en rekent u ook direct af met de Belastingdienst.

Keus uit drie smaken

Bij lijfrente-uitkeringen heeft u in principe keus uit drie smaken:

  1. de oudedagslijfrente;
  2. de tijdelijke oudedagslijfrente;
  3. de nabestaandenlijfrente.

1 Oudedagslijfrente
De naam zegt het al: met deze lijfrente kunt u uw inkomen aanvullen na uw pensionering. De uitkeringen van deze lijfrente moeten ingaan in het jaar dat u de AOW-leeftijd bereikt (in 2022 is dit bij 66 jaar en zeven maanden), of in de vijf jaren daarna. Als u dus op 1 juni 2022 de AOW-leeftijd bereikt, moeten de uitkeringen uiterlijk per 1 januari 2027 ingaan.
Als u een oudedagslijfrente afsluit bij een verzekeraar, moet de uitkering daadwerkelijk door blijven lopen tot uw overlijden. Bij een oudedagslijfrente van een bank of beleggingsinstelling is uitkering gekoppeld aan een looptijd:
Als de uitkeringen ingaan in het jaar waarin u de AOW-leeftijd bereikt, moet u de uitkeringen minstens 20 jaar ontvangen. (Deze periode wordt niet korter als de uitkeringen pas in de vijf jaar na de AOW-leeftijd ingaan.)
Als de uitkeringen ingaan vóór u de AOW-leeftijd bereikt, worden deze jaren bij de looptijd van 20 jaar opgeteld. Ofwel: start de uitkering vier jaar voor uw AOW-leeftijd, dan moet u de uitkeringen 24 jaar ontvangen. Dit maakt de periodieke uitkering lager.

2 Tijdelijke oudedagslijfrente
Met deze lijfrente kunt u voor een kortere periode extra inkomen regelen. De uitkeringen van de tijdelijke oudedagslijfrente moeten ingaan in het jaar waarin u de AOW-leeftijd bereikt, of in de vijf jaren daarna. De uitkeringen moeten dan minimaal vijf jaar lopen. Bij een verzekeraar moeten de uitkeringen stoppen op een vastgestelde einddatum.
In alle gevallen moeten de uitkeringen van al uw tijdelijke lijfrentes samen in een jaar onder een bepaald bedrag blijven. In 2022 is die grens vastgesteld op € 22.735. Voor een tijdelijke oudedagslijfrente van een bank of beleggingsinstelling geldt dat als u boven dit bedrag uitkomt, u de uitkeringen minimaal 20 jaar moet ontvangen en bij een lijfrenteverzekering dat de verzekering levenslang moet lopen.
Deze regels gelden voor tijdelijke oudedagslijfrentes die zijn afgesloten in 2014 of later. Voor tijdelijke oudedagslijfrentes die zijn afgesloten vóór 2014 gelden er voor de Belastingdienst andere regels wat de ingangsdatum betreft. Meer hierover vindt u op de site van de fiscus via deze link.

3 Nabestaandenlijfrente
Via deze vorm van lijfrentes kunt u zorgen voor een extra uitkering voor uw nabestaanden wanneer u overlijdt. In de regel moeten deze uitkeringen direct ingaan na uw overlijden. Voor nabestaandenlijfrentes bij een verzekeraar stelt de Belastingdienst als eis dat de uitkeringen in principe pas eindigen als uw nabestaanden overlijden. Uitkeringen aan kinderen die jonger zijn dan 30 jaar mogen ook eerder eindigen, maar uiterlijk in het jaar van hun 30e verjaardag.
Bij nabestaandenlijfrentes bij een bank of beleggingsinstelling stelt de fiscus dat de uitkeringen aan nabestaanden een looptijd moeten hebben van minimaal vijf jaar. Gaan de uitkeringen naar kinderen jonger dan 30 jaar, dan moeten de uitkeringen minimaal 20 jaar lopen óf stoppen in het jaar dat zij 30 jaar worden.

Afkopen van lijfrente is fiscaal weinig aantrekkelijk

U kunt ervoor kiezen om het opgebouwde bedrag aan lijfrente niet te gebruiken om een lijfrente-uitkering aan te kopen. Dan laat u het bedrag in één keer uitkeren, ofwel: u koopt de lijfrente af. Daarbij betaalt u uiteraard IB over het hele bedrag maar vaak ook 20% revisierente aan de Belastingdienst. Dit laatste is een boete omdat u bij de opbouw in feite te weinig belasting heeft betaald.
Natuurlijk kan het een persoonlijke afweging zijn die maakt dat u liever in één keer afrekent. Maar minder prettig is het als de Belastingdienst voor u beslist dat de lijfrente is afgekocht. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als u de lijfrente-uitkeringen niet op tijd laat ingaan of de lijfrente niet op tijd omzet in een andere lijfrente. Dan behandelt de fiscus de lijfrente namelijk als afgekocht en wordt er dus ook revisierente gerekend.
De revisierente blijft achterwege als u een ‘kleine’ lijfrente afkoopt. Voor wat klein is, wordt jaarlijks een grens vastgesteld. In 2022 is dat € 4.607. U betaalt dan uiteraard wel belasting bij de afkoop.

In opbouwfase premies aftrekbaar

De Belastingdienst stelt niet voor niets voorwaarden aan de lijfrente, want er zitten fiscale voordelen aan. In de opbouwfase zijn de premies die u inlegt namelijk onder voorwaarden aftrekbaar in box 1 van de IB. Uiteraard zijn de uitkeringen wél gewoon belast.
Wanneer zijn de premies die u betaalt aftrekbaar? Dat hangt af van uw jaarruimte en uw reserveringsruimte. Wat u meer heeft betaald of gestort dan toegestaan volgens deze beide ruimtes, is niet aftrekbaar. De jaarruimte bepaalt welk bedrag aan pensioenvoorziening u via een lijfrenteregeling in een jaar mag opbouwen. De reserveringsruimte kijkt zeven jaar terug. Op de site van de Belastingdienst staat een rekentool waarmee u uw persoonlijke ruimte kunt berekenen. Wel is er ook een maximumbedrag aan jaarruimte, dat voor 2022 op € 13.570 staat.

Bijzondere situatie oudedagsreserve

Een bijzondere situatie doet zich voor als een IB-ondernemer zijn oudedagsreserve (deels) inzet om een lijfrente aan te kopen. De ondernemer laat dan de oudedagsreserve met een bedrag afnemen, en dat bedrag moet opgeteld worden bij de winst. Daarover betaalt hij dus IB, maar het valt ook onder de mkb-winstvrijstelling. Bovendien is de premie voor de lijfrente aftrekbaar.
Ook de fiscale stakingswinst bij het beëindigen van een IB-onderneming kan worden omgezet in een lijfrente. Door een lijfrente aan te kopen verlaagt de onderneming de stakingswinst en dus het bedrag waarover IB moet worden betaald.

Bron: verdiepingsartikel op www.rendement.nl van 1 maart 2022

Ga terug naar de vorige pagina